Beeldbuizenfabriek, Eindhoven

VMRG leden
Van Hoesel Aluminium Kozijnen B.V.
VMRG partners
Reynaers Aluminium B.V.
Opdrachtgever
Amvest
Architect
HilberinkBosch Architecten
Opleverdatum
Januari 2021
Provincie
Noord-Brabant
Projectbeheerder
Reynaers Aluminium B.V.

Over het project

RGB-kozijnen Beeldbuizenfabriek eren Philips-erfgoed

Schuine sheddaken, kozijnen in RGB-kleuren en een flirt met de oude glasfabriek. Op voormalig fabrieksterrein Strijp-R in Eindhoven verrees een moderne woonwijk met een historische knipoog. Architect Geert Bosch en zijn team ontwierpen er woningen die relateren aan het rijke fabrieksverleden van Philips. 

Met een grote knal ging in 2008 de Beeldbuizenfabriek tegen de vlakte. Op de plek waar zich ooit het hart van de wereldwijde beeldbuisindustrie bevond, is een ruim opgezette woonwijk gecreëerd. Ontwikkelaar Amvest bouwde op Strijp-R een woonwijk gelegen rondom de fabriek van ontwerper Piet Hein Eek. Geert Bosch van HILBERINKBOSCH Architecten wilde op een van de drie delen een nieuwe woonwijk maken in de sfeer van de oude fabriek. “We kenden het terrein goed. Ik genoot mijn opleiding in Eindhoven en heb er gewoond. Familie van ons heeft zelfs bij Philips gewerkt. Toen we er voor het eerst kwamen, viel op dat het optimisme van de wederopbouwarchitectuur plaats had gemaakt voor de huidige sobere woningbouw. Bovendien verkleinde die woningen de schaal van het terrein. Er was een transitie gaande waarbij de woonwijk het fabrieksgevoel ging overheersen. Toen bekroop ons een leuk idee: zouden we de originele fabriek niet terug moeten bouwen?”

Strak grid

HILBERINKBOSCH Architecten vond het jammer dat de herinnering aan Philips verloren dreigde te gaan. Met alle originele bouwtekeningen op zak besloot Bosch om de oorspronkelijke indeling van de gebouwen trouw te blijven. Er stond een fabriekshal met sheddakconstructie met beukmaten van vijftien meter overspanning. Elf hallen van vijftien meter achter elkaar. “Dat oorspronkelijke plan diende als onderlegger voor ons ontwerp,” vertelt Bosch. “De sheddakenwoningen zijn het oude hallencomplex. Die beukmaten deelden we in tweeën. Die 7,5 meter werd de beukmaat van de woningen. Zo ontstond er een rigide grid met zowel woningen als tuinen van 7,5 bij 7,5 meter. Straten, tuinen en parkeerhavens zijn uitgespaard. Hierdoor blijft de oorspronkelijke plattegrond van het terrein overeind. We wilden dat Eindhovenaren het echt weer zouden herkennen van vroeger.”

Geen grapje

Aanvankelijk kende Bosch de nodige schroom om zijn plannen te presenteren aan de supervisors Bert Dirrix en Peter Lubbers. “Architectuur en humor gaan niet goed samen. Een grap is maar even leuk, een gebouw staat er voor altijd. We vreesden dat dit als grapje gezien zou worden. Kun je dan niets nieuws verzinnen? We maakten een schets voor het supervisie-team. De mooiste reactie was van Bert Dirrix: ‘waarom hebben we de hele wijk niet zo gebouwd?’ Het moest geen replica worden maar wel een duidelijk beeldmerk hebben. Daar hebben we een aantal voor ons belangrijke uitgangspunten aan verbonden De vorm van de sheddaken moest terugkomen. De bakstenen moesten van een strakke strengperssteen zijn waarvan de structuur refereert aan de oude wederopbouwfabrieken van toen. Met deze uitgangspunten hebben we het hele project kunnen afmaken.”

Philipskozijn

Naast de sheddaken en het steengebruik vormde het kozijn de belangrijkste eis. Het architectenteam was op zoek naar een kozijn met de maatvoering die Philips vroeger zelf gebruikte. Bosch vond de oplossingen in de renovatieprofielen van Reynaers Aluminium die door gevelbouwer Van Hoesel werden geplaatst. “Alle woningen hebben aan de voorzijde een grote zachtgroene pui. Die volgen het oorspronkelijke ritme en hebben dezelfde onderverdeling en verhoudingen van de vroegere fabriekskozijnen. We voerden hier een leuke verwijzing naar Philips door. De kleuren verschillen per woonblok in rood, groen en blauw. Verwijzend naar de RGB-kleuren waar een beeldbuis uit opgebouwd is. We hebben ze bewust wat vager gemaakt. Een referentie naar ver vervlogen tijd. In het schuine deel van het sheddak zit een vliesgevel. Dat is een fantastisch ruimte van vijf meter hoogte die je op verschillende manieren in kunt vullen.”

Ventilatietorens behouden

Aan de Zwaanstraat bevonden zich de glasovens van de beeldbuizenfabriek met hun ventilatietorens. Een rij markante en herkenbare gebouwen. Hier werd het glas van de beeldbuizen gekoeld. Het oorspronkelijke plan was om van de torens een monument te maken. Vanwege bouwtechnische redenen moesten deze gebouwen toch tegen de vlakte. Bosch legt uit: “Wij hebben ze volgens de oude maatvoering teruggebouwd. Ze doen nu dienst als trappenhuis voor de woningen. Hiermee houden we ook een ander deel van de herinnering levend. Zo’n verhaal werkt bij bewoners goed. Die vinden het leuk om een huis met een verhaal te hebben. Het idee wordt echt omarmd. Zelfs als je nieuwbouw maakt, kun je historie verweven in het uiteindelijke ontwerp. Het maakt iets los. Daar is architectuur uiteindelijk toch voor bedoeld.”