VMRG Kwaliteitseisen en adviezen

Dé basis voor het VMRG Keurmerk. Alle bedrijven met VMRG Keurmerk worden op deze hoge eisen gekeurd. Schrijf het VMRG Keurmerk voor in uw bestek, dan bent u verzekerd van een kwaliteitsgevel.

Filter

Selecteer
Hoofdstuk/Paragraaf

2.2 Luchtdoorlatendheid

De luchtdoorlatendheid van VMRG gevelelementen is van invloed op het comfort in een ruimte en op de energiezuinigheid van een gebouw. Voor wat betreft het comfort is het van belang dat onder extreme omstandigheden ofwel bij grote luchtdrukverschillen (storm) de gevelelementen niet te veel lucht doorlaten. Voor wat betreft de energiezuinigheid is het van belang, dat de luchtdoorlatendheid bij kleine drukverschillen, te weten 10 Pascal, gering is. Een geringe luchtdoorlatendheid bij 10 Pascal heeft immers een positief effect op de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) van een gebouw.

Hieronder zal op beide facetten nader worden ingegaan, zowel voor ramen en deuren, als voor vliesgevels. Tevens wordt ingegaan op de gegevens bij CE-markering.

2.2.1 Luchtdoorlatendheid bij 10 Pa conform het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Algemeen
Het Besluit bouwwerken leefomgeving stelt uit oogpunt van energiezuinigheid een eis aan de mate van luchttoetreding door naden en kieren. Als eis geldt, dat bij een drukverschil van 10 Pa niet meer dan 0,2 m3/s (720 m3/h) lucht mag toetreden naar het totaal van verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten van een gebruiksfunctie, gerelateerd aan een inhoud van 500 m3 (Qv10-waarde). In dit verband is het dan ook van belang de mate van luchttoetreding te kennen door naden en sluitnaden bij een drukverschil van 10 Pa.

Onder naden wordt verstaan de ontmoeting tussen glas en het kozijn of de glaslat, alsook de ontmoeting tussen het kozijn en de glaslat. Bij buitenbeglazing bedraagt de naadlengte 1x de glasomtrek; bij binnenbeglazing 2x de glasomtrek.

Ramen en deuren
De luchtdoorlatendheid van ramen en deuren wordt bepaald met behulp van een beproeving in een proefkast overeenkomstig NEN-EN 1026. Daarbij wordt de luchtdoorlatendheid in m3/h gemeten bij drukverschillen van 50, 100, 150, 200, 250, 300, 450 en 600 Pascal. Op basis van die gegevens kan door extrapolatie de luchtlekkage bij 10 Pa bepaald worden. Voor ramen en deuren gelden de volgende prestatie-eisen bij een drukverschil van 10 Pa:

  • Max. luchtlekkage van naden (rubber en ontmoetingen tussen profielen):
    0,1 m3/h per strekkende meter;
  • Max. luchtlekkage van sluitnaden met een dubbele dichting:
    0,15 m3/h per strekkende meter;
  • Max. luchtlekkage van sluitnaden met een enkele dichting:
    0,4 m3/h per strekkende meter;
  • Max. luchtlekkage van borstelafdichtingen tussen schuivende delen:
    1,0 m3/h per strekkende meter.

Vliesgevels
De luchtdoorlatendheid van vliesgevels wordt bepaald met behulp van een beproeving in een proefkast overeenkomstig NEN-EN 12153. Daarbij wordt de luchtdoorlatendheid in m3/h gemeten bij drukverschillen van 50, 100, 150, 300, 450 en 600 Pascal. Op basis van die gegevens kan door extrapolatie de luchtlekkage bij 10 Pa bepaald worden.

Voor vliesgevels geldt hetzelfde als voor ramen en deuren met dien verstande, dat sluitnaden en borstelafdichtingen bij vliesgevels niet voorkomen. Voor vliesgevels geldt de volgende prestatie-eis bij een drukverschil van 10 Pa:

  • Max. luchtlekkage van naden:
    0,1 m3/h per strekkende meter.

Opmerking:
Onder naden wordt verstaan de ontmoeting tussen glas en het (rubber)profiel. De naadlengte bedraagt: 1 x de glasomtrek.

2.2.2 Luchtdoorlatendheid bij de optredende toetsingsdruk

Inleiding
Er gelden voor het bepalen van de luchtdoorlatendheid bij de optredende toetsingsdruk twee eisen. Namelijk een eis per strekkende meter, m1, en een eis per vierkante meter, m2.

Eisen per m1
Om te voorkomen dat bij toetsingsdrukken volgens NEN 2778 een te grote luchtlekkage kan optreden geldt er een absoluut maximum en zijn er bij een beproeving conform NEN-EN 1026 (ramen en deuren) of NEN-EN 12153 (vliesgevels) geen grotere luchtverliezen toelaatbaar dan:

  • 0,5 m3/h per strekkende meter naad;
  • 3,0 m3/h per strekkende meter sluitnaad met een dubbele dichting;
  • 6,0 m3/h per strekkende meter sluitnaad met een enkele dichting;
  • 9,0 m3/h per strekkende meter borsteldichting;
  • Per lengte-eenheid van maximaal 100 mm over de omtrek van een sluitnaad, ter plaatse van scharnieren, is de plaatselijke bijdrage aan de luchtvolumestroom ten hoogste 1,8 m3/h per scharnier.

De minimale toetsingsdruk waarbij deze eisen gelden bedraagt 150 Pa.

Eisen per m2
Naast de eisen aan de luchtverliezen ten gevolge van naden en sluitnaden worden bij een beproeving conform NEN-EN 1026 (ramen en deuren) of NEN-EN 12153 (vliesgevels) de volgende eisen gesteld aan de luchtlekkage van een gevelelement per m2:

2.2.2 tabel-2e_grijze_achtergrond.jpg

De minimale toetsingsdruk waarbij deze eisen gelden bedraagt 150 Pa.

Opmerkingen:
1. Bij gecombineerde gevelelementen worden de eisen van het totale gevelelement bepaald door een beoordeling per vakgrootte plaats te laten vinden en deze vervolgens bij elkaar op te tellen om de totale luchtlekkage van het totale gevelelement te bepalen.
2. Geconcentreerde luchtverliezen zijn mogelijk bij onder andere openstand van glaslatten.

Opmerking:
Bij vliesgevels met te openen delen dient per deel (vaste delen, beweegbare delen) rekening gehouden te worden met de luchtdoorlatendheid zoals in bovenstaande tabel is vermeld.

2.2.3 Bepaling luchtdoorlatendheid in het kader van CE-markering

Ramen en deuren
Door de luchtdoorlatendheid, na beproeving conform NEN-EN 1026, per m1 sluitnaad en m2 oppervlak grafisch weer te geven kan het beproefde gevelelement worden geklasseerd overeenkomstig klasse 1, 2, 3 of 4 van NEN-EN 12207.

Het beproefde element wordt geklasseerd op basis van het oppervlak en de lengte van de sluitnaad.

  • Indien beide in dezelfde klasse vallen: het gevelelement wordt geklasseerd in deze klasse;
  • Indien er 1 klasse verschil is: het gevelelement wordt geklasseerd in de beste klasse;
  • Indien er 2 klassen verschil is: het gevelelement wordt geklasseerd in de tussenliggende klasse;
  • Indien er meer dan 2 klassen verschil is: het gevelelement kan niet geklasseerd worden.


Classificatie luchtdoorlatendheid van ramen en deuren volgens NEN-EN12207

2.2.3 Aluminium_Functionele-Eisen_Luchtdoorlatendheid_Ramen-en-Deuren_Bepaling_Luchtdoorlatendheid.jpg

De tussenliggende waarden die tijdens de test worden gemeten kunnen uit bovenstaand figuur afgelezen worden. Het testobject behoort tot een bepaalde klasse als geen enkel testresultaat de bovenste grenswaarde (dikke lijn) overschrijdt van die bepaalde klasse. Verwacht mag worden, dat ramen en deuren van gangbare afmetingen en voorzien van rubber afdichtingsprofielen (o.a. een middendichting ter plaatse van de sluitnaad) geklasseerd kunnen worden in klasse 3. Voor schuiframen en -deuren voorzien van borsteldichtingen kan uitgegaan worden van klasse 2.

Opmerking: het bovenstaande is niet van toepassing op zogenaamde vaste vakken of vaste beglazing. Er mag van uitgegaan worden, dat de naden in vaste vakken tot een toetsingsdruk van 650 Pa niet meer lucht doorlaten dan 0,5 m3/h per strekkende meter naad.

Vliesgevels
De luchtdoorlatendheid van vliesgevels wordt bepaald met behulp van een beproeving in een proefkast volgens NEN-EN 12153. De resultaten van de beproeving worden geclassificeerd volgens NEN-EN 12152. De classificatie (onderstaande tabel) is gebaseerd op de luchtdoorlatendheid gerelateerd aan het oppervlak (m3/h·m2) en op de naadlengte (m3/h· m1). In de tabel wordt per klasse de luchtdoorlatendheid aangegeven die op mag treden bij de bij die klasse behorende maximale testdruk.

Classificatie luchtdoorlatendheid van vliesgevels volgens NEN-EN12152

2.2.3 Aluminium_Functionele-Eisen_Luchtdoorlatendheid_Vliesgevels_Classificatie.jpg

Verdeling van Nederland in drie windsnelheidsgebieden volgens figuur NB.1 uit NEN-EN 1991-1-4 (NB)

2.2.3 Aluminium_Functionele-Eisen_Luchtdoorlatendheid_Vliesgevels_WindsnelheidsgebiedenNL.jpg

Mogelijke locaties met terreincategorie 0 (kust) volgens figuur NB.4 uit NEN-EN 1991-1-4

2.2.3 Aluminium_Functionele-Eisen_Luchtdoorlatendheid_Vliesgevels_WindsnelheidsgebiedenKust.jpg

Toetsingsdruk in Pa volgens tabel 2 van NEN 2778

2.2.3 Aluminium_Functionele-Eisen_Luchtdoorlatendheid_Vliesgevels_Toetsingsdruk.jpg