VMRG Kwaliteitseisen en adviezen

Dé basis voor het VMRG Keurmerk. Alle bedrijven met VMRG Keurmerk worden op deze hoge eisen gekeurd. Schrijf het VMRG Keurmerk voor in uw bestek, dan bent u verzekerd van een kwaliteitsgevel.

Filter

Selecteer
Hoofdstuk/Paragraaf

10.5.2 Wering van vocht

Waterdichtheid is natuurlijk zeer belangrijk. De waterdichting van een glasdak vereist daarom extra aandacht, immers bij regen en wind wordt het water meteen over de glasconstructie getransporteerd. Bij een glasdak spreken we over roeden en dwarsroeden (stijlen en regelsgenoemd in verticale beglazing). Uiteraard moet de buitenzijde van de glasconstructie zo goed mogelijk afgesloten worden. Dit kan door een afdeklijst aan te brengen, waarbij de dichtingslippen zorgen voor de meeste afdichting (buitendichting). Om een goede dichting te verkrijgen, maar de ruitranden niet teveel onder spanning gezet worden (wat breuk tot gevolg kan hebben) moeten de rubbers een inklemmingsdruk van 1500 N/m hebben. Er moet echter van uitgegaan worden dat wat water de constructie binnendringt. Dit lek- (maar ook condens-) water moet op een gecontroleerde wijze naar buiten gebracht worden. De watervoerende laag van de dwarsroede moet daarom hoger liggen dan die van de hoofdroede. Dwarsroede moet waterdicht verbonden worden met hoofdroede. Dit gebeurt met een EPDM rubber, waardoor ook de contactgeluiden bij temperatuurswisselingen worden opgevangen. Het waterbergend vermogen van een dwarsroede is minder dan dat van de hoofdroede, immers al het water van de dwarsroeden moet door de hoofdroede worden afgevoerd. Over het algemeen dienen dwarsroeden en hoofdroeden voor glasdaken een diepere sponning te hebben dan stijlen en regels voor gevelbouw. De dichting aan de binnenzijde van de roeden en dwarsroeden is zeer belangrijk. Deze moeten een gesloten geheel vormen om een goede waterdichting, maar ook luchtdichting te verkrijgen.

10.5.2.1 Beproevingsmethode waterdichtheid

Glasdaken dienen beproefd te worden op waterdichtheid. Er dient aangetoond te worden dat bij bepaalde druk er geen water komt op gedeelten die droog dienen te blijven.

Hiervoor moeten deze in een helling van 15° getest worden volgens EN 1027:2000 Ramen en deuren- Waterdichtheid-Beproevingsmethode en geclassificeerd worden volgens EN 12208:1999 Ramen en deuren-Waterdichtheid-Classificatie. In de test moeten de standaard aansluitingen getest worden. Dat wil zeggen een nok-, voet- en kantlijstaansluiting. Tevens dient een dwarsroede in het te testen deel verwerkt te zijn.

In NEN 2778 tabel 2 staat omschreven aan welke toetsingsdruk in Pa minimaal voldaan moet worden.

Voor glasdaken is echter een minimale eis van 600 Pa aan te bevelen en verder de getallen als vernoemd in NEN 2778.

10.5.2.2 Aandachtspunten

  • Goede verbinding tussen hoofdroede en dwarsroede. Waterdicht en zorgen dat bij uitzetting en inkrimping er geen storende geluiden komen. Door toepassing van manchet kan dit opgelost worden. Binnendichting is de belangrijkste dichting. Deze moet luchtdicht aansluiten, ook met het manchet.
  • Buitendichting moet voldoende waterkerend zijn. Vooral aansluiting dwarsafdeklijst met hoofdafdeklijst is belangrijk.
  • Aansluiting met de bouwkundige constructie moet ook waterdicht en luchtdicht worden uitgevoerd. Dit kan door te werken met folies. Toepassing van alleen comprimerende band is niet voldoende.