10.6.3 Glas
Glasoplegging
Het glas mag niet te weinig opleggen om doorvallen te voorkomen. Daarnaast mag het glas ook niet teveel opleggen om thermische breuk te voorkomen.
Glasoplegging bedraagt minimaal 10 mm en maximaal 20 mm.
Voorkomen moet worden dat bij uitzetting en inkrimping en door het “wandelen” van de ruiten in de constructie deze eruit vallen.
Thermische breuk
Glas in een helling is gevoeliger voor thermische breuk. Thermische breuk ontstaat in het geval dat in één ruitvlak een te groot temperatuurverschil ontstaat. Bij sterk absorberende beglazing moet de ruit gehard worden om thermische breuk te voorkomen. Een systeem waarbij de binnenruit doorsteekt naar de buitenzijde is niet toelaatbaar. De binnenruit zal de temperatuur van de binnenruimte aannemen, echter het gedeelte glas wat naar buiten steekt kan kouder worden en thermische breuk tot gevolg hebben.