10.4.1.3 Sneeuwbelasting

Wanneer er sneeuw op het dak ligt, resulteert dit in een drukbelasting op het glasdak. Om te bepalen met welke belasting gerekend moet worden, zal bepaald moeten worden wat de karakteristieke sneeuwbelasting is, en welke factoren van invloed zijn op de uiteindelijke rekenwaarde.

De karakteristieke sneeuwbelasting sk voor Nederland conform de Eurocode op de grond is 700 N/m2. Dit is de sneeuw die loodrecht op het aardoppervlak valt. De sneeuwbelasting op het dakvlak wordt in hoofdzaak bepaald door de dakhelling en de locatie/daktype.

Bij hellingen vanaf 30° loopt de sneeuwbelasting af tot 0 bij een helling van 60°. Voor de sneeuwbelasting S geldt:

S = μ. s. C. Ct

Hierin is μi de sneeuwvormfactor, die afhankelijk is van het daktype en omgevingsfactoren. Dit wordt in de NEN-EN1991-1-3+C1 beschreven per daktype (paragraaf 5.3.2 t/m 6.2). Voor Ce en Ct wordt de factor 1 aangehouden. 

Er zijn 8 keuzes, waarvan 6 daktypes. Daarnaast kan geen sneeuwlast worden gekozen en kan een eigen waarde worden opgegeven, die op het hele glasdak wordt geplaatst De andere daktypes worden berekend volgens de Eurocode, waarbij sneeuwophoping kan optreden. Hierbij loopt de sneeuwlast geleidelijk op tot een absoluut maximum van 4,0 x 700 = 2800 N/m2.

10.4.1.3 tabel_daktypes.jpg

10.4.1.3 opmerking_daktype.jpg


Een voorbeeld van sneeuwophoping:

10.4.1.3 sneeuwbelastingvormcoefficienten.jpg