1.6 Benamingen

Benaming

 

Toelichting

Anodiseren

 

Oppervlaktebehandeling voor aluminium, waarbij langs elektrochemische weg een ­oxydelaag van bepaalde dikte als bescherming wordt gevormd.

As-Built   Zoals gerealiseerd. Een BIM dataset van het gerealiseerde gebouw. Model waarin elementen staan zoals voorgesteld met relevante aanpassingen zoals in het werk gerealiseerd. Het detailniveau/informatieniveau staat niet vast. In de praktijk is dit vaak een (ontwerp)model wat tijdens de bouwfase is bijgewerkt (revisies).  (Bron: Nationaal BIM Handboek) 
Aspectmodel   Model van een aspect van het gebouw. Een aspectmodel is een onderdeel van een discipline. In de praktijk zijn er meerdere aspectmodellen per discipline. Zo kan een constructie model (discipline) uit de aspectmodellen voor fundering en rest bestaan. (Bron: Nationaal BIM Handboek)
BIM   De afkorting ‘BIM’ wordt in de praktijk in drie samenhangende betekenissen gebruikt: 
1. ‘Bouwwerk Informatie Model’: de digitale representatie van de functionele en technische karakteristieken van een bouwwerk, dat uitganspunt is voor en ondersteunend aan activiteiten en besluitvorming in alle fasen van de levenscyclus van het bouwwerk; 
2. ‘Bouwwerk Informatie Modellering’: het proces van het digitaal modelleren van een bouwwerk en (samen-)werken met behulp van digitale bouwwerkmodellen; 
3. ‘Bouwwerk Informatie Management’: de opbouw, het beheer en (her)gebruik van digitale bouwwerkinformatie in de hele levenscyclus van het bouwwerk.    Het begrip ‘BIM’ omvat het geheel van deze drie betekenissen. (Bron: BIR Kenniskaart 0 “Wat is BIM?”) 
 
BIM-bronbestand   IFC databestand gegenereerd uit door onderaannemer vastgestelde software, versie eventueel in overleg met opdrachtgever.
BIM-coördinator  

Persoon die verantwoordelijk is voor het proces- en systeemtechnisch coördineren van het BIM-specifieke aspect van het bouwproces.                            (Bron: BIR Kenniskaart nr. 3 “BIM-rollen en -competenties”)

BIM-extract   Bouwwerkinformatieproduct dat wordt afgeleid of geëxporteerd uit het BIM, c.q. het BIM-bronbestand.
BIM-modelleur   Engineer en/of 3D modelleur binnen het BIM-proces en specialist in het bouwen en uitbreiden van digitale bouwwerkmodellen.                                                 (Bron: BIR Kenniskaart nr. 3 “BIM-rollen en -competenties”) 
BIM-norm   Niet-projectspecifieke eisen die worden gesteld aan de kwaliteit, de ordening en de structuur van de data in een (op te leveren) BIM. VMRG BIM Uitvoeringsplan – Versie 1.0 6 / 27 
BIM-protocol   Contractuele eisen en voorwaarden m.b.t. de toepassing van BIM in het project.
BIM-regisseur   Procesmanager en informatiemanager van het BIM-project. (Bron: BIR Kenniskaart nr. 3 “BIM-rollen en -competenties”) 
BIM-uitvoeringsplan   Document waarin de projectpartners de BIM-gerelateerde (samenwerkings-)afspraken voor het project vastleggen en actueel houden, zodanig dat tenminste wordt voldaan aan de eisen en voorwaarden uit het BIM Protocol en de ILS en optimaal wordt voorzien in de daaruit voortvloeiende informatiebehoeften van de projectpartners onderling. 

Bouwkundige constructie

 

Dragende constructie waarlangs de optredende krachten naar de fundatie worden ­afgeleid.

Chromateren

 

Chemische voorbehandeling van aluminium of verzinkt staal ter bescherming tegen ­corrosie door middel van het aanbrengen van een chromaatlaag.

Coating

 

Een deklaag (nat- of poederlaksysteem) op een voorbehandeld oppervlak.

Component

 

Onderdeel van een gevelelement zoals glas of een paneel.

Coördinatiemodel   BIM-model waarin aspectmodellen van en voor verschillenden disciplines zijn samengevoegd ten behoeve van onderlinge afstemming.                                    (Bron: Juridische handreiking relatie BIM-Protocol en de DNR 2011 voor adviseurs en opdrachtgevers, BNA 2015) 
Data drop   Vast moment waarop door de verschillende disciplines data wordt aangeleverd.
Definitief model   Het definitieve model is het laatste aspectmodel van de opdrachtnemer waarin alle opmerkingen van de opdrachtgever verwerkt zijn en die door opdrachtgever is gecontroleerd op clashes met andere aspectmodellen. Het definitieve model dient te worden goedgekeurd door de opdrachtgever. 

Deur

 

Beweegbaar deel in een scheidingsconstructie bedoeld om doorgang mogelijk te maken.

Dilatatievoeg

 

Voeg die beweging van de gevelelementen ter plaatse van de voeg t.o.v. elkaar mogelijk maakt.

Disciplinemodel   Model, of verzameling van modellen van een bepaalde discipline van een gebouw (bijvoorbeeld constructie, architect, etc). Disciplines (volgens NEN 2574) kunnen zijn: Bouwkundig; Constructie; Installatie (E,W,S enz.. zijn aspectmodellen); Inrichting (vaste en losse inrichting; meubels);Terrein.                              (Bron: Nationaal BIM Handboek) 
Document   Verzameling gegevens vastgelegd op een gegevensdrager. Dit kan zijn op papier of digitaal. 
(Bron: Wikipedia) 
Duplicaat   Object dat twee keer (of vaker) voorkomt in een aspect- of coördinatiemodel. 

Elektrolytisch verzinken

 

Het langs elektrochemische weg aanbrengen van een zinklaag op staal ter bescherming tegen corrosie.

Enkelvoudige gevelbekleding

 

Plaatwerk gemonteerd aan de gevel met als belangrijkste functie het geven van een esthetische waarde aan de gevel.

Fosfateren

 

Chemische behandeling van staal als maatregel ter bescherming tegen het optreden van corrosie en/of voor het verkrijgen van hechting, door middel van het aanbrengen van een fosfaatlaag.

Geïsoleerd profiel

 

Staafmateriaal van een constante doorsnede, thermisch gescheiden door een ‘isolator’ van een ander materiaal (meestal kunststof) en met een aanzienlijk geringer thermisch ­geleidingsvermogen dan de aluminium of stalen profielen die uit één stuk bestaan.

Gesloten voeg

 

Met toevoeging, meestal kit of rubber, afgedichte voeg.

Gevelelement

 

Fabrieksmatig met behulp van raamwerken vervaardigd zelfdragend bouwdeel, zoals kozijn, raamstrook en/of pui, met vaste vullingen en/of beweegbare delen met toebehoren, bestemd voor toepassing als (gevelvulling in een) uitwendige scheidingsconstructie.

Glasdak

 

Een zelfdragende beglaasde uitwendige scheidingsconstructie in een dakvlak.

Hoogbouw

 

Gebouwen met een dakrandhoogte van meer dan 70 meter.

Horizontale raamstrook

 

Op elkaar aansluitende gevelelementen die in een horizontale strook worden aangebracht tussen de vloeren en/ of borstweringen, maar vóór de wanden.

IFC   Industrial Foundation Classes: open BIM standaard voor de systeemonafhankelijke uitwisseling van objectgeoriënteerde data in bouwprojecten. VMRG BIM Uitvoeringsplan – Versie 1.0 7 / 27 
Informatie Levering Specificatie (ILS)   Specificatie van de content, de structuur en de dragers van de (BIM-)data die op door de OG gedefinieerde leveringsmomenten (data drops) moeten worden geleverd aan de OG ter ondersteuning van besluitvorming in de diverse fasen van de levenscyclus van het bouwwerk en ter ondersteuning van gebruik, beheer en onderhoud.

Ingangskeuring

 

Keuring door de VMRG gevelbouwer van de aangeleverde materialen.

Issue   Technisch of organisatorisch probleem in de afstemming van aspectmodellen, dat projectpartners in onderling overleg, onder leiding van de centrale BIM-coördinator, dienen op te lossen. 

Kier

 

Bedoelde of onbedoelde spleetvormige opening in een aansluitconstructie.

Kozijn

 

Raamwerk dat bestemd is om in een bouwkundig kader te worden bevestigd, eventueel met behulp van een stelkozijn of stellijst.

Lakken

 

Zie 'Coating'.

Leveranciermodellen   Een aspectmodel gemaakt door een leverancier/producent. Dit is een model waarmee ook de productie wordt aangestuurd.                                                        (Bron: Nationaal BIM Handboek) 

Moffelen

 

Het geforceerd uitharden van een coating onder invloed van een verhoogde temperatuur.

Naad

 

Aansluiting tussen (bouw-)delen, die kennelijk niet bedoeld is om die delen ten opzichte van elkaar (door bediening of anderszins) te laten bewegen.

Natlak

 

Een nat aangebrachte coating. Voor het uitharden kan gebruik gemaakt worden van moffelen, maar dit is niet per definitie noodzakelijk.

Object Type Library (OTL)   Digitale beschrijving van generieke, herbruikbare concepten (typen of soorten, inclusief hun kenmerken en onderlinge relaties), die betrekking hebben op : 
• Fysieke gebouwde (verbouwde, aangepaste) objecten in de wereld om ons heen (onze omgeving); 
• De gebruiksruimten en –gebieden, die door deze objecten worden gerealiseerd; 
• Gedurende de hele levenscyclus (concept, ontwerp, realisatie, gebruik, onderhoud, sloop); 
• Focus: as required (ontwerp, realisatie), as built (gebruik, onderhoud). 
 (Bron: “Instructie modelleren op basis van de OTL”, Rijkswaterstaat, 11 november 2016) 

Omtrekspeling

 

De ruimte tussen het bouwkundige kader en het gevelelement bedoeld om maattoleranties op te vangen.

Onderopdrachtnemer   Persoon of organisatie die in opdracht van de Opdrachtnemer, zonder voor hem in dienst te zijn, de Werkzaamheden, c.q. het Werk geheel of gedeeltelijk uitvoert.

Opdrachtnemer

 

VMRG gevelbouwer.

OpenBIM   OpenBIM is een universele benadering naar het collaboratief ontwerp, realisatie en exploitatie van gebouwen gebaseerd op open standaarden en workflows. OpenBIM is een initiatief van buildingSMART International (bSI) en verschillende toonaangevende softwareleveranciers die het  de open buildingSMART Data Model gebruiken.  (Bron: BuildingSMART International) 

Open voeg

 

Niet-afgedichte voeg.

Overeenkomst   Het contract gesloten tussen de partijen, bekend onder , waarvan dit BIM Protocol deel uitmaakt. VMRG BIM Protocol – Versie 1.0 6 / 11 
Participant   Elke deelnemer (persoon) aan het project, inclusief de Opdrachtgever. 

Poederlak

 

Een in poedervorm aangebrachte coating, waarbij uitharding plaatsvindt door middel van moffelen.

Poederlakken

 

Het aanbrengen van een coating door middel van moffelen van een langs elektrostatische weg op het werkstuk neergeslagen lak in poedervorm.

Projectpartner   Elke deelnemer aan het project: opdrachtgever, ontwerpers, adviseurs, derden adviseurs en zij die het object uitvoeren. 

Pui

 

Een gevelvulling samengesteld uit aan elkaar gekoppelde kozijnen.

Raam

 

Kader t.b.v. beglazing of andere vakvullingen.

Roestvaststaal

 

Bevestigingsmiddelen van roestvaststaal dienen van kwaliteit 304 of 316 te zijn of beter, waarbij 304 overeenkomt met A2 kwaliteit en 316 overeenkomt met A4 kwaliteit.

Rol   Een specifiek takenpakket dat is toegewezen aan een persoon. Een persoon of bedrijf kan meerdere rollen vervullen.

Ruit

 

Op maat gemaakte glasplaat om te worden toegepast in een scheidingsconstructie.

Scheidingsconstructies

 

Constructies bedoeld om bouwkundige ruimtes af te schermen van de buitenatmosfeer of van elkaar.

Schooperen (zinkspuiten)

 

Het door middel van vlamspuiten van zinkdraad of -poeder aanbrengen van een zinklaag op staal.

Sendzimir verzinkt plaatmateriaal

 

Plaatmateriaal dat als vlak bandstaal, in een continu proces, door een zinkbad wordt geleid, waardoor een dunne laag zink op het staal achterblijft.

Serre

 

Een zelfdragende beglaasde uitwendige scheidingsconstructie samengesteld uit op elkaar aansluitende gevel- en dakelementen. De bouwkundige constructie en fundering maken geen onderdeel uit van het begrip serre in dit document.

Sluitnaad

 

De aansluiting tussen een bewegend deel en kozijn.

Stelkozijn

 

Lucht- en waterdicht constructief element in een aansluitconstructie, geschikt als aanslag voor het monteren van een raamwerk (kozijn of pui) in een bouwkundig kader.

Stellijst

 

Plaatachtig constructief element in een aansluitconstructie, geschikt als aanslag voor het monteren van een raamwerk (kozijn of pui) in een bouwkundig kader.

Structurele beglazing

 

De ruiten worden niet in sponningen opgenomen maar door mechanische bevestiging tegen de achterliggende constructie bevestigd d.m.v. schroefverbindingen.

Structural Sealant Glazing (SSG beglazing)

 

De ruiten worden niet in sponningen opgenomen maar door “lijmen” of “verkleven” tegen de achterliggende constructie bevestigd, al dan niet ondersteund om het gewicht van het glas op te vangen.

Thermisch verzinken

 

Het door middel van dompelen in gesmolten zink aanbrengen van een zinklaag.

Vakvulling

 

Glas of niet-zelfdragende sandwichconstructies (-panelen), die toegepast worden in vliesgevels, elementengevels en kozijnconstructies als invulling van een vak met een kader.

Verticale raamstrook 

 

Op elkaar aansluitende gevelelementen die in een verticale strook worden aangebracht tussen de wanden maar vóór de vloeren. Die gevelelementen kunnen kozijnen zijn maar ook panelen.

Verzinken

 

Het aanbrengen van een zinklaag.

Vliesgevel

 

 

Zelfdragend uitwendige scheidingsconstructie, ter plaatse in het werk opgebouwd uit gevelelementen en/of een stijl- en regelwerk van profielen tot een systeemwand, welke door verankering aan de achterliggende bouwconstructie is bevestigd en waarin beweegbare delen en/of vullingen met toebehoren zijn opgenomen.

VMRG gevelbouwer 

 

Gevelbouwer in bezit van VMRG Keurmerk®.

VMRG Keurmerk®

 

Bewijs dat een gevelbouwer gekwalificeerd is als VMRG gevelbouwer.

Voeg
 

 

Een ten behoeve van dichting met een afdichting gevulde naad, teneinde voor de betreffende toepassing een doeltreffende duurzame afdichting te realiseren.

Werk   Het eindproduct waarop de Overeenkomst betrekking heeft.

Zelfdragend gevelelement

 

Gevelelement dat geen externe constructieve krachten kan opnemen.