VMRG Kwaliteitseisen en adviezen

Dé basis voor het VMRG Keurmerk. Alle bedrijven met VMRG Keurmerk worden op deze hoge eisen gekeurd. Schrijf het VMRG Keurmerk voor in uw bestek, dan bent u verzekerd van een kwaliteitsgevel.

Filter

Selecteer
Hoofdstuk/Paragraaf

17.4.5 Beschermend en conserverend onderhoud

17.4.5.1 Inleiding

Het doel van beschermend en conserverend onderhoud is om de esthetische waarde van het origineel zo lang mogelijk te behouden en de door UV-belasting ontstane schade te verminderen.

Preventief onderhoud valt onder reiniging. Beschermend en conserverend onderhoud is het aanvullen voor het behoud van de esthetische waarde en het verlengen van de technische levensduur door betere bescherming tegen vervuiling en technische schades als corrosie. Geadviseerd wordt om beschermend en conserverend onderhoud uit te voeren. Indien er geen onderhoud wordt gepleegd, en er wordt (te lang) gewacht tot er schade en degradatie optreedt, zullen de kosten die dan ontstaan vaak een veelvoud zijn in vergelijking met de preventieve onderhoudsbeurten.

Voor beschermend en conserverend onderhoud wordt ook aanbevolen dit bij te houden in het logboek. Er dient periodiek, bijvoorbeeld jaarlijks, een technische en esthetische controle plaats te vinden.

Materialen
Ieder materiaal heeft specifieke en karakteristieke eigenschappen. Er dient rekening gehouden te worden met het feit, dat bescherming en conserverend onderhoud van het ene materiaal geen negatieve invloed mag hebben op een ander aangrenzend materiaal. De samenstelling van materialen van de gevel bepaalt de frequentie, de methode en de te gebruiken producten van beschermend en conserverend onderhoud.

Het conserveren van gecoat en geanodiseerd metaal en composieten geveldelen dient te geschieden gebruikmakend van een reversibel zelfopofferend, niet filmvormend conserveringsmiddel. Daarom geen coatings, vernisachtige of blanke verfsystemen gebuiken. Voor regulier voorgeschreven conserveringsonderhoud dient het conserveren uitsluitend uitgevoerd te worden door middel van het inzetten van de ondergrond met een wasachtig, zelfopofferend reversibel conserveringsproduct of met een nat wax systeem met een beperkte levensduur, waarbij  er voor uitvoering van de werkzaamheden uitdrukkelijk vastgesteld dient te worden dat dit conserveringsproduct geen etsende, blekende of schurende eigenschappen bezit. Voor het uitvoeren van object specifieke, niet reguliere conserveringshandelingen, zoals bijvoorbeeld na bouwverontreiniging, lijmresten, graffiti, insectenfecaliën etc. dient vooraf ter goedkeuring een volledig plan van aanpak aan de gevelleverancier voorgelegd te worden.

17.4.5.2 Te gebruiken conserveringsmiddelen

Voor al de te gebruiken conserveringsmiddelen geldt, dat deze de toegepaste gevelmaterialen en hun oppervlaktebehandeling niet mogen beschadigen of degraderen. Alleen het gebruik van niet etsende, blekende of schurende conserveringsproducten is toegestaan. Daarbij mogen deze middelen niet krassen, de ondergrond niet opruwen of de oppervlaktedichtheid van de ondergrond aantasten.

De te gebruiken middelen voor beschermend en conserverend onderhoud verschillen per gevelmateriaal en per situatie van afwijking (of degradatie) van de esthetische waarde van het origineel. De VMRG gevelbouwer of een specialist kan adviseren over het gebruik van middelen, met behoud van garantie van het materiaal. Ook hier dient weer rekening gehouden te worden met het niet aantasten van aangrenzende materialen.

17.4.5.3 Frequentie beschermend en conserverend onderhoud

Het geadviseerde minimum voor beschermend en conserverend onderhoud door middel van reversibele wasachtige producten is 1x per 2 jaar. Voor natwax systemen is de geadviseerde cyclus 2x per jaar, eventueel gelijktijdig uit te voeren met de reguliere reinigingsbeurten. In specifieke gevallen is een hogere frequentie noodzakelijk. Dit is afhankelijk van het toegepaste conserveringsproduct, omgevingsfactoren en gebouw specifieke factoren (bijvoorbeeld detaillering) ter plaatse.

Per type conservering kan na een inventarisatie van het project en de omgevingsfactoren een conserveringsfrequentie afgegeven worden met een voorbehoud voor de object specifieke belasting. Bij luchthavens of aan de kust biedt een zelfde conservering minder lang bescherming dan op een andere willekeurige plek in Nederland.