VMRG Kwaliteitseisen en adviezen

Dé basis voor het VMRG Keurmerk. Alle bedrijven met VMRG Keurmerk worden op deze hoge eisen gekeurd. Schrijf het VMRG Keurmerk voor in uw bestek, dan bent u verzekerd van een kwaliteitsgevel.

Filter

Selecteer
Hoofdstuk/Paragraaf

11.6.7 Afbeeldingen: foto’s en tekeningen

De volgende foto’s en tekeningen zijn bedoeld ter verduidelijking van eerder beschreven punten. Vanwege druktechnische beperkingen kunnen de afbeeldingen van de originelen afwijken. De schaalaanduidingen op de foto’s dienen enkel als houvast en om een idee te geven van de orde van grootte van de verschillende afgebeelde situaties. De maximale grootte van de verschillende fouten kan er niet uit afgeleid worden.

Afbeelding 1: Draadbreuk

11.6.7 Zonwering_Doek_1_draadbreuk.jpg

Toelaatbare korte draadbreuk, verbonden met lichtdoorlaatbaarheid Oorzaak: breken van de schering- of inslagdraad tijdens het weven, als gevolg van spanning.


Afbeelding 2: Ingeweven vreemde vezels

11.6.7 Zonwering_Doek_2_vreemde-vezels.jpg

Toelaatbare ingeweven vreemde vezels. Oorzaak: anders gekleurd draadje dat tijdens het spin- of weefproces mee verwerkt werd.


Afbeelding 3: Verdikking

Zonwering_Doek_3_verdikking.jpg

Toelaatbare verdikkingen. Oorzaak: verdikkingen ontstaan door ophoping van draadresten tijdens het spin-, twijn- of weefproces.


Afbeelding 4: Patroonverschuiving

Zonwering_Doek_4_patroonverschuiving.jpg

Toelaatbare patroonverschuiving bij bedrukte stoffen. Oorzaak: ontstaat technisch als gevolg van het samenvoegen van stofbanen.


Afbeelding 5: Krijt- en streepeffect

Zonwering_Doek_5_Krijteffect.jpg

Toelaatbaar krijt- en streepeffect. Oorzaak: lichte strepen van het impregneermiddel op het weefseloppervlak.


Afbeelding 6: Knik- en vouwstrepen

11.6.7 Zonwering_Doek_6_Vouwstreep.jpg

Toelaatbare knik- en vouwstrepen. Oorzaak: pigmentverschuivingen die ontstaan in de impregnering, door kreuken of vouwen tijdens het productieproces, bij de verzending of de (her)bespanning. Bij stoffen in heldere kleuren zijn ze bijzonder goed zichtbaar.


Afbeelding 7: Draadbreuk in de onderzoom

11.6.7 Zonwering_Doek_7_Draadbreuk-onderzoom.jpg

Niet toelaatbare draadbreuk in de onderzoom. Oorzaak: overbelasting door wind, regen of door gebrekkige verwerking bij het stikken.


Afbeelding 8: Wafelvorming bij de naad

11.6.7 Zonwering_Doek_8_Wavelvorming-naad.jpg

Toelaatbare wafelvorming bij de naad.


Afbeelding 9: Wafelvorming en uitrekken bij de zoom

11.6.7 Zonwering_Doek_9_Wavelvorming-zoom.jpg

Toelaatbare wafelvorming en uitrekken bij de zoom.


Afbeelding 10: Wafelvorming aan een baan

11.6.7 Zonwering_Doek_10_Wavelvorming-baan.jpg

Toelaatbare wafelvorming aan een baan.


Afbeelding 11: Afwijkende roldiameter aan naden en zomen

11.6.7 Zonwering_Doek_11_Roldiameter.jpg

Afwijkende roldiameter aan naden en zomen.


Afbeelding 12: Druk- en rolvouwen

11.6.7 Zonwering_Doek_12_Rolvouw.jpg

Toelaatbare druk- en rolvouwen op de oprolas.


Afbeelding 13: Loop- en oprolplooien

11.6.7 Zonwering_Doek_13_Oprolplooi.jpg

Toelaatbaar optreden van loop- en oprolplooien. Lengteverschil aan naden en zomen tussen een bovenliggende en een onderliggende weefsellaag, bij een omwenteling van het doek rond de oprolas (onafhankelijk van de wikkeldiameter).


Afbeelding 14: Weefsellaag

11.6.7 Zonwering_Doek_14_Weefsellaag.jpg

DTW = diameter oprolas
DG1 = gemiddelde diameter onderliggende weefsellaag
DG2 = gemiddelde diameter bovenliggende weefsellaag
sG = weefseldikte
Omtrek van de onderliggende weefsellaag = DG1 x 3,14
Diameter van de bovenliggende weefsellaag = DG1 + 2 x sG
Omtrek van de bovenliggende weefsellaag = DG2 x 3,14
Lengteverschil van de onderliggende ten opzichte
van de bovenliggende weefsellaag = 2 x sG x 3,14

Het lengteverschil tussen de onderliggende en de bovenliggende weefsellaag is enkel afhankelijk van de weefseldikte. Door het verbinden van twee weefsellagen (naad, zoom) wordt het verschuiven ervan geblokkeerd en treden spanningen in het doek op.

Bij acrylweefsel is de weefseldikte sG = 0,5 mm. Per omwikkeling is het lengteverschil bijgevolg 2 x 0,5 x 3,14 = 3,14 mm !

Verklaring van technisch veroorzaakte vouwvorming: dubbel liggen van de weefsels bij naden en zomen.


Afbeelding 15: Doorhangen van het zonweringdoek in de langsrichting

11.6.7 Zonwering_Doek_15_Doorhangen-lang.jpg

 

Doorhangen van het zonweringdoek in de langsrichting. Mogelijke doorhanging van het zonweringdoek.


Afbeelding 16: Doorhangen van het zonweringdoek in dwarsrichting tussen de naden

11.6.7 Zonwering_Doek_16_Doorhangen-dwars.jpg

 

Doorhangen van het zonweringdoek in dwarsrichting tussen de naden. Mogelijke doorhanging van de verschillende stofbanen.


Afbeelding 17: Manipulatievouwen bij zonweringdoek uit polyester

11.6.7 Zonwering_Doek_17_Manipulatievouw.jpg

Manipulatievouwen bij zonweringdoek uit polyester. Oorzaak: onvermijdelijke materiaalbewegingen tijdens de productie en de montage van het doek.


Afbeelding 18: Naadverloop bij lijmmethoden

11.6.7 Zonwering_Doek_18_Naadverloop.jpg

Amper zichtbaar naadverloop bij lijmmethoden (stift toont naadverloop). Bij geen van de lijmmethoden (hotmelt, kleefband) mag de lijm opzij naar buiten komen.


Afbeelding 19: Verkleuring

11.6.7 Zonwering_Doek_19_Doorslaan.jpg

Het zichtbaar doorslaan kan sterker opvallen afhankelijk van het dessin en / of de lichtomstandigheden. Een onregelmatige verkleuring van de naad door lijm (hotmelt) of kleefband is niet toelaatbaar.


Afbeelding 20: Rolvouwontwikkeling bij gekleefde doeken

11.6.7 Zonwering_Doek_20_Rolvouwontwikkeling.jpg

Toelaatbare rolvouwontwikkeling bij gekleefde doeken. Ontstaan van oprolvouwen naar analogie van bij de genaaide doeken.


Afbeelding 21: Uitzicht van een hoge-frequentielasnaad

11.6.7 Zonwering_Doek_21_Hoge-frequentielasnaad.jpg

Toelaatbaar uitzicht van een hoge-frequentielasnaad. Oorzaak: materiaalverdichting bij het lasproces.


Afbeelding 22: Glanseffect

11.6.7 Zonwering_Doek_22_Glanseffect.jpg

Een toelaatbaar glanseffect doet zich voor op de rugzijde van een hoge-frequentie lasnaad. Oorzaak: ontstaat door materiaalverdichting naargelang van het elektroden oppervlak.

 

Afbeelding 23: Mogelijke toelaatbare plooien bij zipsystemen bij de zijzoom (overgang met de ritssluiting)

Afbeelding 23 hoofdstuk 11.6.7.png

Bij doeken met ritssluiting kan met name bij de randen lichte plooivorming optreden. Dit kan voorkomen omdat het doek en de ritssluiting over elkaar liggen en bij het oprollen verschillende afstanden afleggen. Hierdoor kan het doek bij het oprollen aan de rand over de gehele omvang meerdere keren worden geplooid. Dit wordt als plooi resp. golf zichtbaar.

 

Afbeelding 24: Toelaatbare plooivorming bij zipsystemen bij de naden en zomen

Afbeelding 24 hoofdstuk 11.6.7.png

Bij dwars geconfectioneerde doeken kunnen er bij de dwarsnaden lichte vouwen resp. plooien ontstaan.

 

Afbeelding 25: Mogelijke toelaatbare vervorming in het doek bij zipsystemen

 

Afbeelding 25 hoofdstuk 11.6.7.png

 

 

Afbeelding 26: Dwarsafdrukken door aansluiting aan de oprolas en zich aftekenende dwarsnaden kunnen in het doek zichtbaar zijn 

 

Afbeelding 26 hoofdstuk 11.6.7.png