Gebouw TQ5 en TQ6, Eindhoven

VMRG partners
Reynaers Aluminium B.V.
VPT Versteeg Perforeertechniek B.V.
Opdrachtgever
Geva Vastgoed
Architect
Niels Olivier i.s.m. Faam-Bo.2 Architects
Aannemer
Goeveaers & Znn. bouwonderneming BV
Opleverdatum
Juni 2019
Provincie
Noord-Brabant
Fotograaf
Dingeman Sarid
Projectbeheerder
Reynaers Aluminium B.V.

Over het project

Met speelse verwijzingen zijn de voormalige Philips-kantoren TQ5 en TQ6 getransformeerd in een eigenzinnige en moderne bedrijfsarchitectuur met spannende doorkijkjes en verrassend groen. Een strakke gevel in een grid van hoogwaardig aluminium geven het gebouw cachet. 
 

Wat als eerste opvalt aan het kantoor TQ5 op het voormalige Philips-terrein Strijp-T is het gapende gat in de gevel. Het gat is zo diep dat er een boom kan staan, wat het bevreemdende effect versterkt. Aan het strakke grid van de gevel is goed te zien dat deze groene buitenruimte zich precies over twee verdiepingen uitstrekt. “Het heldere grid van vierkante geveldelen wordt versterkt door vier open loggia’s”, verduidelijkt architect Niels Olivier, die bij de transformatie van de bedrijfsgebouwen TQ5 en het aanpalende TQ6 in Eindhoven samenwerkte met Faam-Bo.2 Architects. De TQ-gebouwen liggen op Strijp-T, een voormalige Philips-campus in Eindhoven die wordt getransformeerd tot een hightech bedrijfsterrein. De gebouwen hebben de karakteristieke Philips-architectuur van zakelijk metselwerk en een rastergevel met zichtbare betondelen. In het geval van TQ5 was de plint gesloten, omdat toegang beperkt was vanwege de productie van elektrische apparaten. “Het gebouw was weliswaar licht met grote raampartijen om de precisieproductie te ondersteunen, maar het was niet eenvoudig toegankelijk. Er werd alleen maar gewerkt door Philipsmensen. De nieuwe bedrijvigheid op Strijp-T vraagt juist om open en flexibele gebouwen. Innovatie en creativiteit gedijen bij uitwisseling en ontmoeting.”

Fonkelend aluminium

De transformatie begon met het strippen van het gebouw tot de betonconstructie. “Die overigens in tiptop conditie was.” De geveldelen zijn vervangen door geanodiseerd aluminium. De horizontale banden wijken een klein beetje terug ten opzichte van de verticale, wat door een subtiele schaduwwerking het raster versterkt. De ranke kozijnen vallen nauwelijks op in de enorme raampartijen, die nu van vloer tot plafond lopen. Door te kiezen voor geanodiseerd aluminium, waarvan de kleurervaring wordt beïnvloed door de lichtintensiteit, krijgt de gevel een dynamische esthetiek. “Bij zonnig weer fonkelt het grid, terwijl het op een sombere dag juist oogt als stoer beton”, zegt Olivier. Door de ramen die van vloer tot het vier meter hoge plafond lopen, zijn de werkplekken licht en ruim. De aluminium kozijnen vallen hier juist op en hebben een eigenzinnig grid van vierkanten en rechthoeken. Het industriële karakter is behouden gebleven door de ruwe betondelen zichtbaar te maken. Binnen blijkt dat er functionele overwegingen waren om vier loggia’s te plaatsen: daglicht valt zo tot diep in het gebouw. De donkere houten plafonds vormen een warm contrast met het beton, glas en aluminium. Ook is groen aangeplant in grote bakken, die tevens fungeren als informele zitplekken. Olivier: “Doordat de vloer is weggebroken, bieden de loggia’s spannende doorkijkjes naar bedrijven op andere verdiepingen. Of er steekt opeens een boomkruin door de vloer, wat een verrassend effect geeft.” 

Boardroom

De bovenste verdieping ligt iets terug en heeft een glazen balustrade gekregen. Daardoor wordt de suggestie gewekt dat er een paviljoen met een fors dakterras op het gebouw staat. De architectuur heeft daardoor een heldere indeling van plint, lijf en een open maar teruggetrokken bovenverdieping. Om de toegankelijkheid te vergroten is de hoofdingang verplaatst naar de kopse kant. Over het stramien van twee verdiepingen is de plint over de volle breedte opengebroken. Zo vormt zich aan de nieuwe entreegevel een zes meter hoge en acht meter diepe overdekte straat. De oorspronkelijke betonstructuur is daarbij gepromoveerd tot opvallende dragende kolommen. 

Een tweede ingang is geplaatst in het trappenhuis van baksteen aan de achterzijde van het gebouw, waarvoor een spitse luifel is geplaatst. De bovenste verdieping van deze toren is opengebroken. “Voorheen was dat een technische ruimte maar door de constructie aan te passen is één grote ruimte gecreëerd, waarbij het raam is vergroot van vloer tot plafond. Door de hoogwaardige afwerking is dit een vanzelfsprekende boardroom. Al zijn authentieke elementen als een metalen zwenkbalk aan het plafond intact gelaten.” 

Iconische schoorsteen

Het aanpalende TQ6 ligt letterlijk en figuurlijk in de schaduw van TQ5, het hoogste gebouw op Strijp-T. Het telt slechts twee verdiepingen en mist daardoor het karakteristieke grid. Om de connectie tussen beide gebouwen te benadrukken zijn in TQ6 de verticale betonnen kolommen zichtbaar gehouden. De vloerdelen zijn gecamoufleerd met donkere panelen van aluminium en subtiele aluminium kozijnen. Een avontuurlijk architectonisch detail van TQ5 en TQ6 is de ontluchting in de naastgelegen tuin. Daarvoor is een ronde schacht gemetseld van rode bakstenen, die naar de ruim drie meter hoge top in een steeds opener verband zijn gelegd. “Het is een referentie naar de iconische schoorstenen bij de entree van Strijp-T.”

 

Met speelse referenties naar de karakteristieke Philips-architectuur slaat de transformatie TQ5 en TQ6 een brug naar het industriële verleden van Strijp-T. Op het dak van TQ5 staat bijvoorbeeld nog steeds Philips in de blauwe schreefloze bedrijfsletter. Tegelijkertijd wordt met open en dynamische werkplekken voldaan aan de moderne gebruikseisen. De strakke gevel met hoogwaardige aluminium geveldelen en kozijnen voorzien de architectuur van distinctie. De TQ-gebouwen zijn klaar voor een nieuwe toekomst.