Les Mouleurs, Maastricht

VMRG leden
asw gevelbouw
VMRG partners
Reynaers Aluminium B.V.
Opdrachtgever
VVE Les Mouleurs
Architect
Humble Martens Willems
Opleverdatum
Januari 2019
Provincie
Limburg
Projectbeheerder
Reynaers Aluminium B.V.

Over het project

Les Mouleurs spil in revitalisering Sphinxterrein

Aan de rand van een nieuw te ontwikkelen gebied ligt het oude Sphinxterrein. De locatie waar Rik Martens, architect bij Humblé Martens Willems, startte met een ontwerp voor appartementencomplex Les Mouleurs. Het gebouw telt twintig wooneenheden met allen een eigen identiteit. Van luxe lofts tot een riant tuinhuis in de binnentuin.

“Wat een karakter zit erin hè,” merkt Martens op met een glimlach. Hij doelt op het appartementencomplex dat hij voor twintig bewoners van het Collectief Particulier Opdrachtgeversschap (CPO) ontwierp. In deze constructie organiseren toekomstige bewoners zich in een stichting of vereniging om gezamenlijk koopwoningen door nieuwbouw of herstructurering te realiseren. De wens was duidelijk: bijzondere appartementen die je nergens anders vindt, in de binnenstad van Maastricht en met de luxe van een huis. Met deze wens benaderden de initiatiefnemers van het CPO Martens. Een bouwlocatie was al snel gevonden: het voormalige Sphinxterrein waar in de vroegere porseleinfabriek mallen (mouleurs red.) gemaakt werden voor toiletpotten.

Oude fabrieksmuur

De oude fabrieksmuur van Sphinx vormt de basis en omsluit met een L-vormig volume een binnentuin; een typisch kenmerk voor Maastricht. Martens: “De basis voor het ontwerp was een streng grid met een stevige basis ritmiek. Van deze basis hebben we een grote maquette op schaal 1:20 gebouwd, waarna wij met alle twintig toekomstige bewoners om tafel gingen.” Het gebouw moest uniek en eigen zijn, daarom liet Martens alle wensen en behoeftes terugkomen: “Bij de ene bewoner ging dit om een boekenkast die tot zijn recht moest komen. Maar er woont ook een archeoloog die zijn vondsten graag wilde etaleren. Deze specifieke wensen gaven het gebouw steeds meer karakter. We verwerkten ze in de maquette en zo kreeg het uiteindelijke gebouw steeds meer vorm.”

Strenge grids

Martens zoekt bij zijn ontwerpen altijd naar aansluiting bij de omgeving. Het gebouw moet niet enorm aanwezig zijn, maar wel iets speciaals toevoegen. Ook kijkt hij naar de historie van de architectuur. Dat was bij de ontwikkeling van Les Mouleurs niet anders, vertelt Martens: “Achter de muur staat een tuinhuis dat terugkijkt naar de stad. Dit is een wit betonnen gebouw met een strenge grid. Dit strenge grid komt overal in het gebouw terug en refereert naar de rationele architectuur van het oude Sphinxterrein. In architectonische zin is het een referentie naar de architectuur van Pouillon. Een architect uit Frankrijk die eveneens met strenge grids werkte. In de entree gevel komen de steunberen van de fabrieksmuur terug en zijn kalksteen elementen verwerkt. Dit is een verwijzing naar de Romeinen die dit vroeger al gebruikten in deze regio.”

Twintig variaties binnen één profiel

Omdat het gebouw alleen uit steen bestaat, speelde de kozijnkeuze een heel bepalende rol. Martens hierover: “We zochten een profiel met een slanke uitstraling, waarmee ook het industriële karakter tot uitdrukking kwam. De wensen van de bewoners liepen uiteen: draai; draaikiep; naar binnen; naar buiten en een aantal vouwpuien. Bij Reynaers Aluminium vonden we een profiel dat precies aan onze wensen voldeed én waarbinnen we alle variaties konden uitvoeren. Zonder dat je het ziet in profielafwijkingen.” Reynaers Aluminium nam in de profielen ook bussen op. “Het hekwerk en de zonwering konden we daardoor integreren waardoor het één esthetisch geheel geworden is. Fijn dat dit allemaal mogelijk was met het SL 38 classic systeem,” vult Martens aan.

Zoektocht

Een technisch vrij complex gebouw en een grote vrijheid voor de bewoners vraagt om de nodige uitdagingen. Martens blikt terug: “Twintig verschillende meningen en een relatief korte doorlooptijd maakten dat het soms een zoektocht was naar een oplossing die én voldeed aan de wensen van de bewoners én aansloot bij het karakteristieke pand.” Ook duurzaamheid speelde een belangrijke rol, vertelt Martens: “Het dak ligt vol met zonnepanelen, er is gebruik gemaakt van een speciaal type zonwerend glas en het gebouw wordt volledig verwarmd met restwarmte van de vierhonderd meter verderop gelegen papierfabriek.” Het uiteindelijke resultaat mag er zijn volgens Martens: “Het is een heel uniek gebouw geworden waar we ontzettend trots op zijn. De bewoners wonen er met veel plezier. Als ik door het gebied wandel, wordt er vriendelijk naar mij gezwaaid. Dat is toch het ultieme bewijs dat ik iets goed gedaan heb.”