VMRG Kwaliteitseisen en adviezen

Dé basis voor het VMRG Keurmerk. Alle bedrijven met VMRG Keurmerk worden op deze hoge eisen gekeurd. Schrijf het VMRG Keurmerk voor in uw bestek, dan bent u verzekerd van een kwaliteitsgevel.

Filter

Selecteer
Hoofdstuk/Paragraaf

15 Voegen tussen VMRG gevelelementen en bouwkundig kader

15.1 Inleiding

In dit onderdeel worden de voegen tussen gevelelementen en het bouwkundig kader behandeld. Na een algemeen stuk komen achtereenvolgens het ontwerp van een voeg, de voegafmeting, kitkeuze en de uitvoering van de voeg aan bod. Tenslotte wordt dieper ingegaan op dichtingsprofielen en ­banden.

Bij de voegen tussen VMRG gevelelementen en bouwkundig kader behoren de voegvorm, voegafmetingen en het gekozen kitmate­riaal goed op elkaar te worden afgestemd. De kwaliteit van de voeg wordt mede bepaald door de werkwijze van het afdichtingsbedrijf.

Het is daarom van belang dat schriftelijke afspraken worden gemaakt tussen opdrachtgever en VMRG gevelbouwer ten aanzien van de toelaatbare toleranties en de maximaal toegestane beweging van de bouwdelen. Indien hiermee in het ontwerpstadium onvoldoende rekening is gehouden, kunnen de voegafmetingen zodanig afwijken dat de toegepaste kit niet meer functioneert.

Voor het vullen van voegen kan gebruik worden gemaakt van plastische, plastisch-elastische en elastische kit. Kitten dienen te voldoen aan de eisen genoemd in NEN-EN-ISO 11600. Onderstaande tabel geeft een indicatie van de duurzaam toelaatbare vervorming van een aantal kitsoorten aan.

Indicatie duurzaam toelaatbare vervorming kitsoorten

15.1 Aluminium_Voegen-Gevelelementen_Kitvervorming.jpg

Voor de juiste waarde van de duurzaam toelaatbare vervorming van bepaalde kitsoorten dient contact met de toeleverancier te worden opgenomen.

15.2 Ontwerp

Het ontwerp van een voeg is afhankelijk van:

  • Het soort materiaal van de voegvormende elementen
  • De te verwachten temperatuursverschillen
  • De wijze van verankering
  • De voegafmetingen


Daarnaast is de soort voeg van belang. We onderkennen vier soorten:

  1. Stuikvoeg
  2. Overlapvoeg
  3. Hoekvoeg
  4. Drievlaksvoeg


Voegsoorten

15.2 Aluminium_Voegen-Gevelelementen_Voegsoorten.jpg

Zoals uit onderstaande schets blijkt, is een drievlakshechting voor een kitvoeg sterk af te raden. De voeg verliest hierdoor aan vervormbaarheid. Scheuren in het kitmateriaal zullen dan makkelijk ontstaan.

Drievlaksvoeg

15.2 Aluminium_Voegen-Gevelelementen_DrieVlaksVoeg.jpg

De gewenste oplossing kan slechts worden gerealiseerd door er zorg voor te dragen, dat de kit niet op de voegbodem kan hechten. Hiertoe dient op de voegbodem een rugvulling of een hechtingsbelemmerende folie te worden aangebracht. Zelfklevende folie waaraan geen kit hecht is hiervoor geschikt.

Een kitvoeg kan optimaal functioneren indien de hechtvlakken evenwijdig ten opzichte van elkaar lopen. Een gekitte overlapvoeg met de vereiste tussenruimte kan grotere bewegingen verdragen dan een stuikvoeg. Indien bewegingen opgenomen moeten worden, kan geen hoekvoeg worden toegepast. Weersinvloeden beïnvloeden de levensduur van een kitvoeg.

Kitvoegen moeten dusdanig worden ontworpen en aangebracht, dat water niet op het bovenvlak van de voeg kan blijven staan.

Door gebruik te maken van een rugvulling kan men bij diepe voegen de voegdiepte goed reguleren. Een goed klemmende ronde rugvulling zal tegendruk geven bij het inspuiten van de kit. Hierdoor kan men een goede aanhechting op de voegwanden verwachten.

In veel gevallen is het nodig om, alvorens tot het kitten over te gaan, een primer (voorstrijkmiddel) te gebruiken. Er dient wel opgelet te worden dat dit geen vlekken geeft. De voorschriften van de toeleverancier dienen ook hier te worden opgevolgd.

Het is van belang bij het ontwerpen van een gevel een goede bereikbaarheid van de voegen na te streven. Alleen dan kunnen eisen gesteld worden aan de juiste wijze van voorbehandeling van de voegen en aan het correct aanbrengen van de kit. Dit is ook in het belang van later onderhoud.

15.3 Voegafmetingen

Het functioneren van een kitvoeg is afhankelijk van de eigenschappen van het kitmateriaal in samenhang met de functie van de voeg zoals beloopbare voegen, akoestische voegen, brandbeperkende voegen, gevelvoegen benevens voegen tussen gevelelementen en bouwkundig kader. De keuze van de kit dient hiermede in overeenstemming te zijn. Bijvoorbeeld in verband met de overschilderbaarheid, de slijtvastheid en de chemische weerstand.

Voegafmeting

15.3 Aluminium_Voegen-Gevelelementen_Voegafmeting.jpg

Bij het bepalen van de voegafmeting dient eerst bepaald te worden welke voegbewegingen kunnen optreden. De grootte van de te verwachten beweging is vast te stellen met behulp van de thermische lineaire uitzettingscoëfficiënt van de gebruikte materialen. Indien men te maken heeft met een voeg tussen gevelelement en bouwkundig kader, is het voldoende alleen rekening te houden met de beweging van het gevelelement.

Het spreekt vanzelf dat met de te verwachten beweging, als gevolg van temperatuurverschillen, rekening moet worden gehouden. Als de voegbewegingen zijn berekend, kan de kitsoort worden bepaald aan de hand van de eerder genoemde tabel met duurzaam toelaatbare vervormingen. Het verdient aanbeveling om in overleg met de toeleverancier van de kit en de opdrachtgever de definitieve keuze te maken.

Bij het toepassen van twee componentenkit moet een menging van beide componenten tot een homogeen mengsel plaatsvinden volgens opgave van de toeleverancier. Indien overlapvoegen in de constructie voorkomen, kan de maximaal toelaatbare beweging 1,5x groter zijn dan bij stuikvoegen, die met hetzelfde type kit gevuld zijn.

De minimale voegbreedte voor elastische kit bedraagt 8 mm, voor plastisch-elastische kit 9 mm en voor plastische kit 10 mm.

De vereiste voegdiepte is:

  • Elastische kit: 1/2 van de breedte + 3 mm;
  • Plastisch-elastische kit: 1/2 van de breedte + 4,5 mm;
  • Plastische kit: 1/2 van de breedte + 6 mm.

Voor nadere informatie zie “VNVI Factsheet afdichtingskitten”.

In verband met de grote belastingen en de levensduur verdient het aanbeveling om voor het samenvoegen van profielen plastisch-elastische of elastische kit te gebruiken. Indien vanwege de te verwachten bewegingen een kitvoeg niet mogelijk is, kunnen afdekplaten of overlapvoegen worden toegepast.

15.4 Uitvoering

De temperatuur van het object alsmede de omgevingstemperatuur moet hoger zijn dan + 5°C en lager dan + 30°C tenzij de kitfabrikant andere informatie verschaft. De hechtvlakken dienen in de door de toeleverancier voorgeschreven toestand te verkeren.

Voor het realiseren van de juiste voegdiepte kan open of gesloten cellen rugvulling gebruikt worden. Open cellen materiaal moet worden aangebracht met een overdruk van 75-100% en gesloten cellen materiaal met een overdruk van ca. 50% om voldoende tegendruk te kunnen bieden tijdens het aanbrengen van de kitmassa. Gesloten cellen materiaal moet met stomp gereedschap worden aangebracht om beschadigingen en blaasvorming in de kit te voorkomen. Het bovenstaande is slechts een algemene gedachtebepalende instructie. 

De verwerkingsvoorschriften van de kitleverancier dienen altijd te worden nageleefd.

15.5 Dichtingsprofielen of -banden

Een steeds groter toepassingsgebied vinden de rubberachtige dichtingsprofielen en de kunststof dichtingsbanden. Indien dichtingsprofielen worden toegepast, zijn de raamprofielen veelal van een rubberbevestigingskamer voorzien. Kunststof dichtingsbanden zijn er in grote verscheidenheid, zoals:

  • Met open of gesloten cellen;
  • Niet- en zelfklevend;
  • Geïmpregneerde schuimzwelbanden.


Het aanbrengen van de dichtingsprofielen en/of -banden dient zodanig te geschieden, dat ook na verloop van tijd geen openingen of lekkages ontstaan. Het materiaal mag bijvoorbeeld niet opgerekt en om hoeken getrokken worden. De toe te passen materialen dienen verouderingsbestendig te zijn. In verband met het goed functioneren van de voegafdichtingen dient men rekening te houden met de ruwheid van de voegwanden.

Profielen van massief rubber dienen te voldoen aan de eisen conform NEN-ISO 3934 en NEN-ISO 5892. Schuimbanden dienen te voldoen aan de eisen conform NEN 3413.